Programma van LANDSCHAPSTEKENING: sessie cross-sectorale kunsten

We starten de plenaire sessie met een introductie door Kunstenpunt over het landschapstekeningtraject en over de thema's waarmee we tijdens de break-outgroepen zullen verderwerken. We nodigen professionals uit om samen met ons na te denken over de volgende zes thema's:

Cross-sectoraal werken is uitdagend. Als kunstenaar of organisatie moet je je onder andere zien te verhouden tot andere – vaak afwijkende – agenda’s, gestandaardiseerde methodes ontbreken en verduurzaming lijkt soms weinig evident. Welke drijfveren zijn er om hier toch aan te beginnen? Wat is de meerwaarde van cross-sectoraal werk, en wat voegt het toe aan het kunstenveld en de bredere samenleving? Is er een gedeeld narratief achter de uiteenlopende praktijken die vandaag onder de noemer cross-sectoraal vallen? Kunnen we eigenlijk wel spreken van een aparte discipline, en waarin bestaat die eigenheid dan?

Cross-sectorale praktijken dagen per definitie traditionele opvattingen over kunst uit. Vaak monden trajecten uit in iets dat zich niet ondubbelzinnig als kunstwerk laat herkennen, of staan processen radicaal op de voorgrond. Cross-sectoraal werk druist in tegen hokjesdenken en heersende kaders. Dat is spannend, en brengt heel wat uitdagingen met zich mee. Hoe zit het met de erkenning van cross-sectoraal werk in het bredere kunstenveld? Wat betekent kwaliteit in het licht van deze inhoudelijk sterk uiteenlopende praktijken, die niet per se een zuiver artistieke finaliteit hebben? Tot waar kunnen we eigenlijk nog spreken over kunst, en wat met artistieke autonomie?

Heel wat cross-sectorale praktijken stellen processen centraal, en monden niet per se uit in een product. Dat mag dan wel een bewuste keuze zijn, het maakt de dingen ook complex. Hoe geef je deze processen bijvoorbeeld een plaats in de context van een presentatie, waar vaak volgens geijkte formats wordt gewerkt? Hoe documenteer je deze processen? En welke implicaties heeft de afwezigheid van een product of werk voor verdienmodellen en subsidieaanvragen? In hoeverre conformeren cross-sectorale praktijken vandaag aan de normen die ze in vraag stellen?

Overheden op verschillende beleidsniveaus stimuleren cross-sectorale interacties tussen kunst en andere domeinen, vaak vanuit de agenda van aanvullende financiering en ondernemerschap. Maar in hoeverre is dat terecht of wenselijk? En moet ondernemerschap per se gelijk staan aan een commerciële insteek? Heel wat cross-sectorale praktijken lijken net voor een meer maatschappelijke invulling van ondernemerschap te staan. Europese consortia vormen vandaag een belangrijke levenslijn voor heel wat cross-sectorale spelers, maar daarbij zijn nationale middelen een quasi onmisbare hefboom. Bovendien zijn subsidies op verschillende niveaus niet altijd makkelijk combineerbaar omdat de voorwaarden niet op elkaar zijn afgestemd. Is internationaal werken vandaag een vergiftigd geschenk?

Cross-sectorale kunst breekt uit de bubbel, en bereikt potentieel een nieuw en breder publiek. Maar wie is vandaag eigenlijk het publiek voor cross-sectorale kunst? Voor wie doen we het eigenlijk, en hoe maak je mensen deelgenoot van jouw verhaal? Hoe verhouden publiek en participanten zich tot elkaar? Waar sectoren met elkaar interageren, doen hun publieken dat vaak ook. Maar hoe evident is cross-sectoraal werk voor een traditioneel kunstpubliek, en hoe betrek je segmenten die daar buiten vallen?

De gedeelde noemer van cross-sectorale kunst is samenwerking met andere domeinen. Maar met wie ga je in zee, wie zet de eerste stap en hoe pak je het aan? Lopen alle sectoren even warm voor samenwerking met kunstenaars? Welke verwachtingen staan er tegenover financiële inbreng, en waar eindigt wederzijdse kruisbestuiving en begint eenzijdige instrumentalisering of werk in opdracht? Hoe streef je naar duurzaamheid als initiatieven vaak projectgebonden zijn, en steunen op de expertise en goodwill van individuen? En hoe zit het met de samenwerking met andere actoren in de kunsten?

In de namiddag is er opnieuw de keuze uit dezelfde zes thema's voor de tweede ronde gesprekstafels.